Hoofdmenu:
Het lijden van Jezus
Wij overwegen het lijden van Jezus. Dat is de beste voorbereiding tot een geestelijke verrijzenis op het grote Paasfeest. Het overwegen van de smarten, die Jezus in zijn lijden verduurt, wekt in allen die Jezus liefhebben, een teder medelijden op. De aanblik van zijn doorwonde lichaam, van zijn gelaat, waarop een onuitsprekelijke droefheid staat te lezen, doet hun hart ineenkrimpen en zij kunnen hun tranen niet inhouden. Jezus is zeer gevoelig voor zo’n hartelijk medeleven; het ontroert Hem diep en Hij vergeldt het met nog inniger liefde zijnerzijds.
Maar wanneer de aanblik van Jezus’ lichamelijk lijden reeds zo'n innig medelijden opwekt, hoe díep moet dan het aanvoelen van Jezus’ hartelijden de ziel niet ontroeren! Hoe hevig ook de smarten zijn die Jezus in zijn verscheurde en verminkte lichaam verduurt: met het lijden van zijn Hart vergeleken, hebben zij weinig te betekenen.
Dat lijden is onuitsprekelijk zwaar. Een gewoon mensenhart zou ze niet kunnen delen zonder eraan te bezwijken. Onophoudelijk voegt de zonde daar nog steeds nieuw lijden aan toe. Voor deze smarten nu vraagt Hij om troost. De beulen van Calvarië hebben Jezus slechts eenmaal gekruisigd. Daarmee was hun woede voldaan. Andere beulen, wreder dan die van Calvarië, omdat zij weten, wie Jezus is, en omdat zij zijn vriendschap hebben genoten, putten zich uit om zijn Hart te folteren.
Uit: J.L. Dehon ‘In Jesus’ Hart. Overwegingen voor iedere dag van het jaar.’
Deel I pag. 203