Hoofdmenu:
Jezus in zijn liefde tot de mensen...
In het Hart van Jezus vereren wij op de eerste plaats Jezus’ liefde voor de mensen. De liefde die wij in de devotie tot het H. Hart vereren is vooral Jezus’ liefde voor de mensen; de liefde die wederliefde vraagt. Wie kan ons hierover beter informeren dan Jezus zelf? Reeds in zijn eerste grote openbaring aan Margareta Maria Alacoque toont Jezus haar op een troon zijn Hart met doornenkroon en kruis en zegt Hij haar dat die martelwerktuigen wijzen op de onmetelijke liefde die Hij de mensen betoonde en waarvoor Hij wederliefde verlangt.
Bij de tweede grote openbaring op de eerste vrijdag van juni 1674 onthult Jezus zijn dienares ‘de onuitsprekelijke wonderwerken van zijn liefde en hoe Hij die liefde tot in het buitensporige toe bewees aan de mensen die Hem met ondank en miskenning vergolden.’
Ten slotte bij de derde grote openbaring onder het octaaf van Sacramentsdag in het jaar 1675 spreekt Jezus de woorden waarop deze devotie voortdurend heeft voortgebouwd: ‘Ziedaar het Hart dat de mensen zozeer heeft liefgehad dat het niet heeft ontzien maar zich heeft uitgeput en vernietigd om hun zijn liefde te bewijzen en dat van de meesten niets terugontvangt dan ondankbaarheid en miskenning…" Uit deze woorden blijkt allerduidelijkst dat Jezus onze aandacht vooral wil trekken tot zijn liefde voor ons en ons om wederliefde vraagt.
Uit: J.L. Dehon ‘In Jesus’ Hart. Overwegingen voor iedere dag van het jaar.’
Deel I pag. 521