Hoofdmenu:
De vrede van Jezus’ Hart
Vrede laat ik u na, Mijn vrede geef ik u (Joh. 14, 27)
God is onverstoorbare en eeuwige vrede; de vrede die de rust van de orde is (H. Augustinus). Wij moeten een beeld zijn van de God van vrede die onze Vader is. Dragen wij in ons hart de rustige weerschijn van de vrede die in het Hart van Jezus woont. De vrede komt voort uit het vertrouwen. Verdient Jezus niet ons volle vertrouwen? ‘Zie, God is mijn hulp, onverschrokken blijk ik vertrouwen. Ik zal niet meer vrezen: Hij is mijn kracht en mijn heil’ (Jes. 12,2).
‘Gij zijt in Mij en Ik ben in u’, zegt Jezus (Joh. 14,20).
Wat kan een kind op de armen van zulk een Vader vrezen? Het Hart van Jezus is het toevluchtsoord waar ons vrede wacht. Dáár komen vrees en verwarring en al onze hartstochten tot rust. ‘De soldaat heeft met zijn speer Jezus’ zijde voor mij geopend: ik ben er binnengegaan en rust daar in veiligheid’. (H. Augustinus). ‘Uw Hart werd geopend, o Heer, opdat ik er veilig kan wonen… Wat doet het goed daar te verblijven.’(H. Bernardus) ‘Laat ons daar binnentreden, wij zullen er rust vinden en onuitsprekelijke zoetheid’(H. Bonaventura) ‘Ik geef u mijn Hart als toevluchtsoord’, sprak Jezus tot de H. Mechtildis. ‘Het aanbiddelijke Hart is een heerlijke rustplaats waar geen storm ons kan deren.’ (H. Margaretha Maria Alacoque)
Ik heb mijn rustoord gevonden waar ik vrede kan genieten: het Hart van Jezus. ‘Ik heb mijn welbeminde gevonden die vrede geeft aan mijn hart. Ik klamp mij aan Hem vast en laat Hem niet meer gaan’ (Hooglied)
Uit: J.L. Dehon ‘In Jesus’ Hart. Overwegingen voor iedere dag van het jaar.’
Deel II pag. 43