Hoofdmenu:
De Goddelijke Barmhartigheid
In de hemel en in de H. Eucharistie beoefent Jezus nog steeds de barmhartigheid: voortdurend leeft Hij om voor ons ten beste te spreken. Zijn wondtekenen heeft Hij behouden. Met iedere wonde smeekt Hij de hemelse Vader om barmhartigheid voor ons. De openbaringen van Jezus’ Hart zijn een heerlijke uiting van Jezus’ barmhartigheid.
Reeds in het Oude Testament eiste God werken van barmhartigheid als voorwaarde voor vergiffenis en heil: Wast u, reinigt u! Uit mijn ogen met uw misdaden! Houdt op met kwaad doen. Leert liever het goede te doen, betracht de rechtvaardigheid, helpt de verdrukten, verschaft recht aan de wezen, verdedigt de weduwen. Komt laat ons de zaak bespreken, zegt de Heer. Al zijn uw zonden rood als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw. Al zijn ze rood als purper, ze zullen zo blank worden als wol. (Jes. 1,16-
Hoe beoefen ik die deugd die zo rijk is aan verlossende kracht? Hoe ben ik gestemd tegenover hen die mij beledigen en krenken, die mij verdriet doen of mij irriteren? Heb ik van harte medelijden met allen die in zorg en nood verkeren? Ik moet het zien als mijn plicht: zachtmoedig te zijn en medelijden te hebben. De liefde en barmhartigheid beoefenen is een teken van de vereniging met God. Sta armen en geringen bij, zegt de wijze man, en uw aalmoes zal voor u bidden en gevaren van u verwijderen (Eccl. 29,15)
Jezus heeft ons bezocht met een Hart vol barmhartigheid: “Want gij zult voor de Heer uitgaan om zijn wegen te bereiden, om zijn volk de boodschap van verlossing te brengen, door de vergeving van hun zonden.” (Lc. 1,77) Laten wij goed zijn voor iedereen zoals Hij goed is geweest voor ons.
Heer, ik wil goed en welwillend zijn en vergiffenis schenken aan allen, dan zult U ook mij vergiffenis schenken. O goddelijke Barmhartigheid, vlees geworden in het Hart van Jezus, overdek de wereld, stort U over ons uit, laat ook in mijn hart barmhartigheid heersen.
Deel II pag. 36