Hoofdmenu:
Jezus miskend en beledigd in de H. Eucharistie
Sprekend over het sterfelijke leven van Jezus, zegt Paulus dat Hij zich heeft vernederd door gehoorzaam te worden tot de kruisdood toe. In de H. Eucharistie vernedert Jezus zich zó diep dat Hij zich blootstelt aan miskenning, zich door onheilige handen laat aanraken en zich prijsgeeft aan heiligschenners die Hem opnieuw kruisigen, zover zij kunnen.
In de H. Eucharistie lijdt Jezus geen pijn: Hij is immers onlijdelijk. Soms echter vertoont Hij zich aan zijn vrienden in de gedaante van iemand die lijdt. Zo verscheen Hij aan Margareta Maria. "Op zekere dag", verhaalt zij, "verscheen Jezus mij als een Ecce homo met bloed en wonden bedekt en Hij sprak: Zo hebben vijf godgewijde zielen mij mishandeld, door zonder vuur te communiceren." De goede Meester vroeg haar zijn wonden te kussen om de pijn te verzachten.
Met dit soort verschijningen wil Jezus ons niets anders leren dan dat onze zonden Hem zouden doen schreien en Hem opnieuw zouden kruisigen als Hij nog in staat was te lijden. Jezus’ vrienden echter moeten iets gewaar worden van de pijn waarvoor de goede Meester ontoegankelijk is geworden. De zonde moet voortdurend een pijn zijn voor ons hart. Wij moeten ons uitputten in liefde om Jezus vergoeding te geven voor de ondankbaarheid van zovelen (Eerherstel RM) Dat heeft Jezus ons gevraagd bij monde van Margareta Maria: "In het H. Sacrament dorst Ik naar de liefde der mensen."
Jezus verlangt dat ik mij verneder in het besef van mijn niets waardigheid en mij vernietig in gehoorzaamheid. Met nieuwe vurigheid zal ik mij aan alle eucharistische oefeningen wijden: aan de H. Mis, de H. Communie, het bezoek aan het Allerheiligste.
Uit: J.L. Dehon ‘In Jesus’ Hart. Overwegingen voor iedere dag van het jaar.’ Deel I pag. 580